Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gijlieden dan, hoort niet naar uw [18]profeten, en naar uw waarzeggers, en naar uw [19]dromers, en naar uw [20]guichelaars, en naar uw tovenaars, dewelke tot u spreken, zeggende: Gij zult den koning van Babel niet dienen. 18. Versta, valse profeten, en al zulken, die voorgeven dat zij goddelijke openbaringen en dromen hebben. Zie boven hfdst.23 vs.25, enz. 19. Hebreeuws, dromen; alzo onder hfdst.29 vs.8, gelijk, gevankelijke wegvoering of gevangenis voor gevankelijke weggevoerden, gevangenen, onder hfdst.28 vs.4,6, en hfdst.29 vs.1,4; zie Job 35:13. 20. Zie Lev.19:26.